Wat een verschil tussen Java en Bali.  Java met haar vele scootertjes, verkeer, verkeersregels waar niemand zich aan houdt, drukke straten vol met tokoos en waroenkjes. Maar ook het Java waar iedereen moeite doet zich in het Nederlands verstaanbaar te maken, waar iedereen je groet en je direct een glimlach geeft. Maar ook het Java met de vele bedelaars, zittend op de grond op de straten, op de passars, in de bergen. Het Java met haar vele moskeeen, vijf maal per dag vals gezang van de imams, en het ongelooflijk lekkere eten. . .  Bali, de veel rustigere straten op Bali, de begroeiing en bebossing, de prachtige bergen en de kabbelende golven van de zee. De prachtige Balinese mensen, fijntjes en mooi, maar waar we ook de tokeh hebben gehoord en heerlijke bami he ben kunnen eten. Met de aapjes aan de kant van de weg die zich tegoed doen aan onze pisangs. Het Bali met haar typisch Balinese gerechten zoals Bebek Betutu (gestoomde eend), Babi Guling (speenvarken aan het spit) en de sinjoem sadji (sweet smile). Bali met haar goden en godinnen in de bergen en haar demonen in de zee, haar dagelijkse offers aan de familietempeltjes die werkelijk overal te zien en te vinden zijn. 75 procent van de Balinese bevolking is Hindoe, in tegenstelling tot Java waar 90 procent Moslim is. Vandaag  verlaten we de serene omgeving van het resort waar we drie dagen geweest zijn. Hopelijk weer naar weer een mooie plek, midden tussen de rijstvelden. We rijden vandaag naar Ubud, het artistieke hart van Bali. . .